De dag van de verkiezingen
Ik moet toegeven dat ik gisteren niet tot in het stemhokje ben geraakt. Ik had nochtans echt de intentie om te gaan stemmen, te meer omdat ik mezelf politiek had geëngageerd. Ik stond op een verkiesbare plaats van een kleine, lokale burgerbeweging, en voelde me er wel klaar voor om burgemeester te worden van de gemeente waar ik woon, en op die manier de droom te verwezenlijken van vele generaties voor mij, al die voorouders van me die ooit burgemeester wilden worden maar waar geen enkele ooit in was gelukt. Baas in eigen huis was voor veel van hen al te hoog gegrepen.
Wekenlang had ik mee nagedacht over folders en verkiezingsborden die vooral onze boodschap voor meer participatie moesten duidelijk maken. En nu was het bijna zover.
Ik kon de nacht ervoor dan ook nauwelijks slapen. Verschillende gedachten bleven door mijn hoofd malen, onder meer over hoe ik mijn overwinningstoespraak zou opbouwen, maar wat me echt wakker hield was de vraag welke kleren ik op verkiezingsdag aan zou doen. Wat dragen potentiële burgervaders? Tegen de ochtend wist ik het. Ik koos mijn van parachutestof gemaakte pak, een designkostuum dat ooit voor mij op maat werd ontworpen en dat ik graag droeg omdat het me zo licht om het lichaam zat. Het zou mij doen opvallen in het stemlokaal, zeker bij modebewuste dorpsbewoners.
Nu heb ik in mijn leven al vaker de foute vestimentaire keuzes gemaakt, maar dit was misschien wel de grootste vergissing van al, want van zodra ik om tien voor 8 de voordeur opende, stak er een wind op, die mij meteen enkele meters hoog de lucht in stuwde.
Ik probeerde in paniek om zo snel mogelijk weer met beide voeten op de grond te gaan staan, maar geraakte niet naar beneden. Soms blies de wind wat minder, maar nog voor ik weer beneden stond, werd ik opnieuw naar boven geblazen. Na een uur moest ik me erbij neerleggen dat ik zou moeten wachten tot de wind zou luwen.
Ik probeerde in paniek om zo snel mogelijk weer met beide voeten op de grond te staan.
Terwijl ik daar met tegenzin zweefde, keek ik uit op het dorp waar ik intussen al 11 jaar woonde. Als inwijkeling blijft zo’n gemeente altijd wat terra incognita. Generaties van dorpsbewoners hadden me de afgelopen weken gesproken over plekken die ik niet kende, verwezen naar al jaren afgebroken hoeves om te verduidelijken waarover ze het hadden of gebruikten volkse plaatsnamen die mij als oud-Grieks in de oren klonken. En ook nu, vanuit mijn benarde situatie, zag ik plaatsen die ik nog nooit gezien had: op een braakliggend terreintje naast een woonwijk stonden kuddes struisvogels, hun hoofden stevig in het zand. En nog geen twee straten verder van mijn eigen huis lag langs de drukke baan die ons een uitweg bood uit het dorpsleven een coalitiesmederij, waar die ochtend alles in gereedheid werd gebracht voor de vast drukke periode die er zat aan te komen. Wat me ook trof: ik zag rijen bij de bakker, bij de supermarkt die sinds kort ook op zondagvoormiddag open was, maar nauwelijks mensen bij het stemlokaal. Een jammerlijke zaak, dacht ik, want burgemeester wilde ik graag van zoveel mogelijk mensen worden. Vanuit de lucht probeerde ik hen nog aan te sporen wel te gaan stemmen, maar mijn woorden vervlogen in de wind.
Tegen 14u, ik was toen al een heel eind afgedreven van het stemlokaal en had nog enkele nieuwe deelgemeentes ontdekt, besefte ik dat het de hele dag zou blijven waaien en dat het moeilijk zou worden om nog in het stemlokaal zou geraken. En inderdaad: pas toen het donker werd, voelde ik me weer naar de aarde afzakken. Daar leerde ik al snel dat ik net geen 30 mensen had overtuigd om voor mij te stemmen. Niet genoeg voor zelfs maar een staanplaats in de gemeenteraad.
Ik kan daaruit concluderen dat de gemeentepolitiek niet is weggelegd voor niet-inboorlingen als ik, maar dat zou de foute conclusie zijn. Het enige wat er te leren viel uit gisteren, is dat ik beter gedij als schrijver met mijn hoofd in de wolken dan als gemeentepoliticus met mijn blik gericht op de toekomst.
En nu maar hopen dat meer mensen dit lezen dan mensen die op mij hebben gestemd. Lezer, ik reken op u!