De val van Franz Reichelt
Een jaar geleden stond ik aan de Franse Opaalkust te rekenen. Als het juist was dat het land hier elk jaar 25 centimeter kleiner wordt en dat de zee altijd maar verder landinwaarts trekt, als een zeer trage veroveringstocht die desondanks niet te stuiten valt, hoe ver zou ik dan terug in de tijd moeten reizen om van hieruit naar Engeland te kunnen wandelen? Toen ik besefte dat aan de overkant hetzelfde proces bezig was en dat er vast nog andere elementen speelden, werd de wiskunde me te moeilijk.
Zo gaat mijn hoofd vaak met mij aan de haal, zelfs tijdens vakanties die bedoeld zijn om me te ontspannen. Dat we hier waren, had er mee te maken dat ik mezelf overwerkt had. Thuis de rust vinden is moeilijk en dus zochten we een uitvalsbasis elders, in dit geval in het dorpje Beuvrequen. Daar zou niets te beleven zijn, maar al op de eerste dag stootte ik op een gedenksteen voor ene Ferdinand Ferber, en hoewel ik me had voorgenomen om er een internetloze vakantie van te maken, voerde ik ’s avonds toch de WiFi-code van het huisje in om op te zoeken waarom Ferber zo’n steen verdiende. Een pionier van de luchtvaart zo bleek hij te zijn, die na het bouwen van verschillende succesvolle vliegtuigmodellen in 1909 met zijn vliegtuig neerstortte in Beuvrequen. Zouden ze hem hier nog elk jaar gedenken, zo dacht ik, door bijvoorbeeld een mislukte vliegtuigshow te organiseren of een papieren vliegtuigwedstrijd op school?
"Bijna een jaar later kan ik niet zeggen dat ik nog iets weet van de Franse pioniersjaren in de luchtvaart, maar de naam van één man is me wel door het hoofd blijven spoken."
Zonder het goed en wel te beseffen dook ik de rest van die avond in deze mij onbekende wereld van Franse luchtvaartpioniers, wetende dat ik drie weken later alles zou vergeten zijn. Hooguit bleven er wat flarden hangen om een verhaal te schrijven over een grootoom die zelf vliegtuigen bouwde en die er mee neerstorten wou. Zo is het bijna gegaan. Bijna een jaar later kan ik niet zeggen dat ik nog iets weet van de Franse pioniersjaren in de luchtvaart, maar de naam van één man is me wel door het hoofd blijven spoken, en hij zal er pas rust vinden als ik over hem schrijf.
Heldendom en tragiek liggen vaak dicht bij elkaar, maar in Franz Reichelt ontmoetten ze elkaar blindelings. Deze Franse uitvinder van Oostenrijks-Hongaarse afkomst wilde zijn steentje bijdragen aan de menselijke drang om te vliegen door een parachutepak te ontwerpen dat levens kon redden. Als een piloot zijn vliegtuig in de lucht verlaten moest, dan kon hij met het parachutepak van Reichelt een zachte landing maken in plaats van te pletter te storten. Op dat moment, begin twintigste eeuw, bestond het concept parachute al wel, maar de eerste moderne parachutes zouden pas tijdens de Eerste Wereldoorlog bruikbaar blijken.
Twee jaar eerder was Reichelt zo overtuigd van zijn uitvinding dat hij bij de Franse autoriteiten lobbyde om een test uit te voeren van op de Eiffeltoren. Met succes. Op 4 februari 1912 kwam hij bij de Eiffeltoren aan en terwijl het buiten vroor en stevig waaide, vertelde Reichelt aan zijn meegereisde vrienden vertelde dat hij niet, zoals met de autoriteiten was afgesproken, met een dummy testen zou, maar zelf de sprong zou wagen vanaf het eerste platform, zo’n 60 meter hoog. Iedereen probeerde hem van dat plan te laten afzien, niet in het minst een bewaker van de Eiffeltoren die al eerdere parachutetests met poppen had zien mislukken, maar Reichelt liet zich niet meer tegenhouden.
Het bijzondere is dat er van deze dag beelden zijn gemaakt. In die video ziet Reichelt er uit zoals je je een Fransman uit die tijd voorstelt, met een snor en een baret, maar dan is er dat weids uitwaaierende pak dat zijn val moet opvangen. Het geeft het tafereel iets lachwekkends, maar wanneer Reichelt op de richel van de Eiffeltoren kruipt, vergaat je ook als toeschouwer het lachen snel. Hoewel het filmpje geen geluidsband heeft, voel je de spanning die Reichelt ook voelt. Hij wappert een paar keer met zijn armen om zichzelf ervan te overtuigen dat zijn pak het goed doet en 40 seconden lang staat hij te kijken naar de afgrond, niet duidelijk of hij twijfelt of al aan het nadenken is over welke legendarische woorden hij zeggen zal als hij straks veilig landt. Uiteindelijk springt hij. Wat volgt zijn beelden van de camera die aan de voet van de Eiffeltoren is gepositioneerd: alsof de zwaartekracht nog meer dan anders zijn best doet zijgt Reichelt naar beneden, om met een doffe, geluidloze doodssmak de grond te raken. Als kijker weet je: dit is niet goed.
Het zijn indrukwekkende, maar ook schokkende beelden, ook al zijn ze meer dan 100 jaar oud. Je ziet nog hoe het verhakkelde lichaam wordt weggedragen. Sindsdien heb ik ze meermaals bekeken, en hoe meer ik ze zie, hoe meer ik Reichelt tegelijkertijd een idioot en een poëet vind. Reichelt kreeg na zijn dood geen gedenksteen voor zover ik weet, want we onthouden in onze wereld vooral de namen van de dromers die het bij het rechte eind hadden en slechts zelden de namen van de mislukkelingen. Ik hoop dat iedereen bij zijn volgende bezoek aan de Eiffeltoren van de voet naar boven zal kijken en zal denken aan Reichelt, die op een andere manier dan hij had gehoopt iets heeft bijgedragen aan de geschiedenis.