Het jaar loopt op zijn einde. Tijd voor de eindejaarslijstjes. Vandaag: Film. In willekeurige volgorde.
Minder Facebook, meer lezen ’s avonds. Vooral de laatste maanden heb ik geprobeerd om daar mijn schade wat in te halen. Deze boeken blijven met 2022 in het zicht nog nazinderen.
Atte Jongstra – Ecologieën
Jongstra schrijft essays zoals mensen op verveelde momenten aan het googelen slaan. Van naakt tuinieren tot een aandoening die mensen doet denken dat ze van glas zijn: het gaat alle kanten op. Met als groene draad de manier waarop wij naar ecologie kijken. Dit is een boek voor vrijdenkers en gewoon een heel fijne leesbeurt
Rudy Kousbroek – De aaibaarheidsfactor
Hoe bouw je een kat? Is jouw kat een goede kat? En andere kattengerelateerde essays die vooral erg verbeeldingsrijk zijn. Aangenaam patafysisch
Wim Hofman – we vertrekken voordat het licht is
Een reeks korte verhaaltjes, herinneringen en beschouwingen, die allemaal de moeite waard zijn. Vooral de beschrijving van enkele stranddieren is me bijgebleven.
Alejandro Zambra – Bijna een vader
Een man wordt stiefvader en dan weer niet. Dit boek vertelt met heel weinig heel veel, in de licht ironische stijl die Zambra zo goed maakt.
César Aira – The Literary Conference
Deze novelle begint met Aira die uitgenodigd wordt op een literaire conferentie en eindigt met een totaal over the top verhaal over Carlos Fuentes-klonen en eindes van de wereld en god-weet-wat-nog-allemaal. Aira toont dat in literatuur alles kan
Eduardo Halfon – Deuntje
Zuid-Amerika boven. Halfon is een slim en goed verteller en neemt de lezer zonder enige problemen mee in zijn leven en dat van zijn ooit door rebellen ontvoerde grootvader. Maar bovenal gaat dit boek over hoe identiteit evengoed door fictie gevormd kan worden.
Rob Van Essen – Een man met goede schoenen
Ik kende het werk van Van Essen niet, maar deze speelse kortverhalenbundel proefde naar meer. Een schrijver die duidelijk vooral plezier vindt in het verbeelden.
Dino Buzzati – De hond die god heeft gezien
Een al wat oudere verhalenbundel, maar eentje die ik met veel plezier gelezen heb. En ontdekt dat de plot van de tv-serie The Good Place al in de jaren 60 door Buzzati was bedacht.
J.M.A. Biesheuvel – Brommer op Zee
Een bundel verhalen uit eerdere boeken van Biesheuvel. Een aantal kende ik al, een aantal waren nieuw en overdonderden me. Dankzij een uitverkoop in onze bib liggen er nog 3 bundels van Biesheuvel op mij te wachten.
dr. Seuss – Heb jij wel door hoe gelukkig je bent?
Dr. Seuss is wereldberoemd, maar dit is mijn absolute favoriet. Zijn woordspelletjes zijn in deze vertaling meesterlijk omgezet in het Nederlands. Ik zou dit elke dag kunnen lezen (wat ik ook een tijd deed voor mijn kind).
Matthew Forsythe – Pokko heeft een trommel
Pokko kreeg van zijn ouders een trommel, en dat is een vergissing geweest. Prachtig humoristisch prentenboek, met ook zeer mooie tekeningen.
Oliver Jeffers – There’s A Ghost in This House
Prentenboekmaker Oliver Jeffers heeft zich met zijn nieuwste boek overtroffen. Op oude foto’s tekende hij een verhaal over een spookhuis en spookjes, en het ziet er ongelooflijk goed gedaan uit.
Carlo Collodi – De avonturen van Pinokkio
Misschien wel een tikje te moraliserend, dit bekend verhaal over de houten pop die een jongetje wil worden, maar de fantasie blijft ook na meer dan 100 jaar overeind.
R.L. Stevenson – De zonderlinge geschiedenis van Dr. Jekyll en Mr. Hyde
Klassieker die ik nog niet eerder las. Ook dit beklijfde ondanks het feit dat het voor het eerst verscheen in 1886.
Charles Bukowski – Ham On Rye
Opvallend ontroerend boek waarin Bukowski vertelt over zijn jeugd.
Benjamin Labatut – When We Cease To Understand The World
Het openingsverhaal was weergaloos geschreven, het beste wat ik dit jaar las. Over wetenschappers die aan hun eigen kennis tenonder gaan.
Georges Perec – Brief Notes On The Art and Manner of Arranging Ones Books
Een dunne verzameling teksen van de opper-oulipiaan. Zijn schrijfexperimenten zijn altijd verrassend
The Penguin Modern Classics Book
Ik ben dol op lijstjes, en dit boek bevat alle titels die ooit verschenen zijn als Penguin Modern Classics-boek. Een soort catalogus waarin ik speur naar nieuwe boeken, want ik heb er nooit genoeg van.
Catherine Lacey – Pew
Een non-binair iemand verschijnt vanuit het niets in een klein Amerikaans dorpje en praat niet. Gekocht omwille van de cover, en het bleek ook nog eens een wondermooie roman te zijn.
Barbara Comyns – Who Was changed and Who Was Dead
De ene na de andere plaag overvalt het dorpje van de familie Willoweed. Comyns schreef in 1954 deze haast Tim Burton-achtige aandoende fabel, met veel humor en weirdness.
Edward Carey – Little
Het leven van Madame Tussaud wordt hier haast als een sprookje verteld door Carey. En bovendien geïllustreerd, sowieso iets waar ik fan van ben. Wij willen meer boeken met prentjes!