File

Vandaag moest ik voor mijn werk met de auto naar Oudenaarde en toen ik daar een uurtje of twee was geweest, ging ik alweer terug. Gelukkig maak ik zulke verplaatsingen niet al te vaak. In het meest slechte scenario duurde de terugrit 2 uurtjes, maar het was een uitzonderlijke dag, want opeens belandde ik in een ellenlange file. Als dit een stoet van trompettisten of majorettes was geweest, hadden 7 dorpen achter elkaar daar van kunnen genieten, maar in dit geval viel er weinig te vieren. Vier uur deed ik er uiteindelijk over om thuis te geraken. Omdat ik tijdens die schijnbaar oneindige rit weinig om handen had, bedacht ik dat deze heroïsche tocht een perfect onderwerp zou zijn voor op mijn blog. Ik zou vertellen over hoe ik mij voelde als een koetsier in de 19de eeuw die verdwaald raakt in de sneeuw. Of ik zou de mensen rond mij kunnen beschrijven, van de auto vol jongens die voortdurend papiertjes uit hun raam gooiden tot de oude man die met veel plezier leek mee te zingen met de muziek. 

Maar hoe meer ik de tijd zag aantikken op mijn gps, hoe vervelender het werd om te kiezen wat ik dan precies in dit bericht zou vertellen. En intussen ben ik zelf te moe om nog te kunnen kiezen. Daarom heb ik het volgende bedacht. U als lezer krijg het stuur in handen voor dit blogbericht en mag zelf kiezen in welke realiteit u met mij wil stil staan en aan welke versie van mijn realiteit u liever voorbij rijdt.  

Ik sta al uren stil.

U heeft de keuze uit onderstaande blogberichten

  • Ik sta al uren stil en heb net te horen gekregen dat ze de snelweg voor vandaag afsluiten. Een ambulancier van het rode kruis wandelt langs de auto’s, deelt warme maaltijden en dekentjes uit voor de nacht. Ik vraag hem hoe laat het morgen weer open gaat. Hij steekt zijn vinger in de lucht, tilt zijn hoofd naar boven en zegt dat veel zal afhangen van de windrichting. Als ik daar meer uitleg over wil, is hij al naar de auto achter me verdwenen. Daar nemen ze de dekentjes in dank aan.

  • Ik sta al uren stil en geraak mateloos gefrustreerd, niet in het minst door de auto’s die de file langs de pechstrook verlaten om er dan even verder weer in te rijden. Na een zoveelste keer dat te zien gebeuren ben ik het beu. Ik stap uit mijn auto, ga op de pechstrook staan en herleid met mijn blote vuisten elke auto die nu nog voorbij wil rijden tot schroot. Een ijzerhandelaar die ook in de file staat, doet gouden zaken.

  • Ik sta al uren stil, maar heb geleerd om het leven te aanvaarden en mij er niet in op te winden. Ik zit ook al een tijdje niet meer achter het stuur, maar heb mij op de achterbank gelegd en terwijl ik naar het stoffen plafond van de wagen tuur, bedenk ik mij dat dat de stof is waar ze muppets van maken. Dat is misschien wel iets om me mee bezig te houden. Ik trek het stof los, ook de knopen in de zetel moet er aan geloven en maak mijzelf een pop die ik Driver noem. Hij mag van mij aan het stuur zitten. Ik val in slaap op de achterbank en word thuis wakker.

  • Ik sta al uren stil, maar ik ben niet de enige. De auto rijdt al sinds het begin van de file achter mij. We hebben een geheimtaal ontwikkeld om met elkaar te praten. Als ik drie vingers in de lucht steek, dan vormt dat de letter W. Die staat voor “Wat een lange file”. Hij doet mee, en maakt iets wat ik alleen kan interpreteren als een D. Misschien bedoelt hij “Dat klopt inderdaad”. Evengoed zou het natuurlijk kunnen dat hij “Donder op” zegt, maar zo ken ik mijn nieuwe beste vriend niet. Wanneer de file oplost en hij een andere richting op moet, zwaaien we naar elkaar. Onze vriendschap was mooi, maar van korte duur.

  • Ik sta al uren stil en ik ben vergeten een boek mee te nemen. Ik weet dat gsm’en achter het stuur niet mag, maar literatuur verbieden, dat vinden ze zelfs bij de staat te ver gaan. Ik doe mijn raampje open en vraag aan de vrouw in de auto naast mij wat haar favoriete boek is. Ze vindt de boeken van de mij onbekende schrijfster Patrice Oleke erg goed. Als ik haar om meer uitleg vraag, dan vertelt ze me dat Olekes boeken altijd gaan over mensen die ergens in vastzitten: een auto, een lift, een berghut. Ik heb er audioboeken van, roept ze. En ze zet haar radio heel luid, zodat iedereen in de file vanuti zijn eigen kleine gevangenis mee kan luisteren over iemand die gevangen is.

  • Ik sta al uren stil. Pas wanneer de file oplost, bedenk ik mij dat ik deze richting helemaal niet uit moest. De enige weg naar huis is terug de file in, maar nog eens vier uur zal me niet lukken: mijn dijspier is nu al verkrampt. Daarom zoek ik een overnachting in een herberg. De herbergier raadt me aan met mijn deur toe te slapen, want ’s nachts komt de holderbolder en die steelt mijn ziel. Ik doe wat de herbergier me zegt, en hoor in het midden van de nacht inderdaad gestommel. Eenmaal thusi geef ik de herberg maar 2 sterren op TripAdvisor

  • Ik sta al uren stil. Of zijn het jaren? Wie is de oude man in mijn auto? Waarom zit hij achter het stuur? Wie zijn al die mensen om mij heen? Waar is mijn auto?

  • Ik sta al uren stil. Op de radio hoor ik de mensen van de werkgeversbond zeggen dat de kosten van deze file op hun filerekenmachine miljarden kost aan de economie. Een uur later hoor ik opnieuw het nieuws. ER zijn nog een paar nullen bijgekomen. Elk uur dat de file duurt, verliest onze maatschappij triljoenen euro’s aan kapitaal. Ik probeer te berekenen hoeveel van die triljoenen ik waard ben, maar in economie ben ik nooit goed geweest.

  • Ik sta al uren stil. Dan beweeg ik weer. Een metafoor.
  • Berichtcategorie:Blog / Verhalen